De SP, Hart voor Den Haag en de PVV in de Haagse gemeenteraad willen dat het college snel met een plan komt voor de verplaatsing van de woonwagenlocatie aan de Energiestraat.

De woonwagenbewoners aan de Energiestraat zijn al jaren in gesprek met de gemeente, omdat ze te maken hebben met een verslechterde veiligheid en leefbaarheid. Een motie die het college opriep om uiterlijk na het zomerreces met een plan te komen voor verplaatsing, werd vorige week met unanieme steun van de gemeenteraad aangenomen. Sebastian Kruis (PVV): “De bewoners van de Energiestraat ervaren veel hinder op het bedrijventerrein waar ze nu zitten. Het is onacceptabel om hen nog langer in de overlast te laten zitten als gemeente. Er zijn de afgelopen jaren veel verwachtingen gewekt die snel moeten worden ingelost.”

In het coalitieakkoord 2022-2026 is de bewoners aan de Energiestraat een alternatieve plek beloofd, maar werkelijke actie werd steeds vooruitgeschoven en gedane locatie-onderzoeken werden niet teruggekoppeld aan de raad. Hart voor Den Haag, de PVV en SP drongen daarom aan op een oplossing. Lesley Arp (SP): “Als het college weet dat bewoners in een onleefbare situatie zitten, dan moeten we hun vertrouwen in de politiek niet op de proef stellen.”

Discriminerend

Wat Hart voor Den Haag, de SP en PVV betreft is dit niet het enige punt waarop het Haagse woonwagenbeleid nog tekortschiet. In 2020 is door het College voor de Rechten van de Mens geconstateerd dat de situatie in Den Haag discriminerend is voor woonwagenbewoners. Deze uitspraak is een direct gevolg van het zogeheten ‘uitsterfbeleid’ van eerdere colleges, waarbij 110 woonwagenstandplaatsen zijn ontruimd.

Arjen Dubbelaar (Hart voor Den Haag): “Niet voor niets zijn de woonwagenbewoners naar de rechter gestapt: er komt in Den Haag namelijk zelden een woonwagenplek vrij. Het is daarom belangrijk dat de komende tijd wordt gewerkt aan de uitbreiding van standplaatsen, zodat mensen die op de wachtlijsten staan volgens hun beschermde tradities kunnen leven.”